Onder druk van bezuinigingen en het meer en meer inzetten op devermaatschappelijking van de zorg en de participatiesamenleving,lijkt informele zorg de ideale oplossing. Allerlei noden – boodschappendoen, kinderopvang, oefenkansen Nederlands, etc. – kunnen evengoeddoor buren, vrienden of familieleden vrijwillig en veelal onbetaaldworden ingevuld, toch? AGORA vraagt zich af wat het ruimtelijkgezien betekent wanneer deze informele praktijken structureel wordeningezet. Kan informele zorg de ruimtelijke mismatch tussen vraag enaanbod van allerlei zorgtaken verkleinen, en wat is daarvoor nodig aan(sociale) infrastructuur en netwerken? Hoe speelt plaatsgebondenheidin op informele zorg? Wat met wie geen groot sociaal of financieelnetwerk heeft? En hoe vertaalt deze informele zorg zich in de academische wereld? Dit nummer beantwoordt deze en andere vragen met zorg.
Informele zorg, het is zo’n term die je al snel doet nadenken over
wat ermee bedoeld wordt. Je hoort hem wel eens vallen in de
onderzoeks- of beleidswereld , maar in het dagelijks leven kwam ik
de term nog niet vaak tegen. Het Kennisplein Informele Zorg komt
met de volgende definitie: het “gaat over alle zorg die niet vanuit
een beroep verleend wordt en waar geen loon tegenover staat”. Is
formele zorg meer waard dan informele zorg? Je zou het met zo’n
definitie haast wel denken, omdat voor de eerste loon betaald wordt
en de tweede niet. Of is informele zorg die wordt gegeven zónder
financiële motieven dan beter? Ook dat is denk ik wat te kort door
de bocht, ze lijken allebei nodig. De formele zorg kan inspringen op
plekken waar informele zorg niet beschikbaar is of waar
specialisatie een vereiste is. Zo lijkt me een hobbyist- hartchirurg
niet wenselijk. Daarentegen is er ook zorg die noodgedwongen
informeel is en de gaten vult die de formele zorg om allerlei redenen
openlaat. Denk bijvoorbeeld aan straatdokters die vrijwillig zorg
verlenen aan dak- en thuislozen.
Wie zorg of hulp nodig heeft in het dagelijks leven, woont liefst zo lang mogelijk thuis of in de nabije omgeving met de nodige ondersteuning. Zorgzame buurten hopen tegemoet te komen aan die wens.
De participatiesamenleving en de vermaatschappelijking van de zorg vergroten de rol van buurt- en vrijwilligersinitatieven als aanbieders van informele zorg geworden. Maar kunnen vrijwilligers goede en structurele ondersteuning bieden? Vrijwilligers worden om vele redenen actief, hun betrokkenheid is groot, maar hun voorkeuren schuren soms met de voorwaarden voor structurele diensten.
Je kent vast personen die omwille van ouderdom of een andere oorzaak niet langer zelfstandig kunnen verplaatsen en hierdoor soms geïsoleerd kunnen geraken. Om toch deel te nemen aan de maatschappij zijn ze vaak aangewezen op vrijwilligersvervoer. Maar ook hier botsen we op uitdagingen.
“De eigen, vertrouwde omgeving zolang het kan; formele, geïnstitutionaliseerde zorg wanneer het moet”. Binnen dit beleid, is een steeds grotere rol weggelegd voor digitale platformen. Hoewel deze een unieke omgeving vormen waar ondersteuning spontaan kan groeien, blijft er een centrale rol weggelegd voor formele zorginstellingen en de politiek.
Het neoliberalisme heeft een alomtegenwoordige invloed op praktijken, structuren en ideologieën binnen moderne universiteiten. Als reactie hierop, richten we met dit artikel de aandacht op het bevorderen van solidariteit en zorg binnen de neoliberale universiteit door middel van relaties, ideeën en praktijken.
Op 22 juni 2023 was AGORA naar jaarlijkse traditie aanwezig bij de PlanDag, ditmaal georganiseerd in het Debatpodium Arminius te Rotterdam. De PlanDag biedt een forum voor dialoog en debat over de ontwikkelingen in het vakgebied van ruimtelijke professionals uit Nederland en België. Het thema luidde dit jaar ‘Nooit of nu’.
Gerard Mercator’s wereldkaart uit 1569 is tot op vandaag het wereldbeeld van velen. Zijn projectiemethode werd populair binnen de zeevaart omdat richting behoud blijft. Daar tegenover staat echter dat grootte niet accuraat is. Gebieden in het uiterste noorden en zuiden zijn disproportioneel veel groter afgebeeld tot een oneindige uitrekking van de polen zelf. Als oplossing voegde hij in 1606 een apart kaartje van de noordpool toe in een hoekje van zijn oorspronkelijke wereldkaart. Echter, tot 1909 had niemand een voet op de noordpool gezet, dus hoe heeft Mercator deze kaart gecreëerd?
De term Global Arctic wordt steeds meer gebruikt om de mondiale impact van klimaat- en milieuveranderingen in het noordpoolgebied te benadrukken. Dit artikel bestudeert de betekenis van dit mondiale perspectief, de geopolitieke gevolgen en de rol van Nederland en België in de Arctische regio.
De scriptie ‘Hoog, hoger, hoogst!’ – Stimuleren van kinderen tot risicovol buitenspelen won dit jaar de Marc de Smidt scriptieprijs. Eline Ellerbeck biedt een nieuw perspectief op op kinderen en hun beleving van de omgeving. Hoe ziet de ideale speelplek er volgens hen uit?
Wie ‘Vlaanderen’ en ‘ruimtelijke ordening’ in dezelfde zin gebruikt, verkondigt ogenschijnlijk een paradox. In Met voorbedachten rade – de sluipmoord op de open ruimte gaan journalist Peter Renard en academici Tom Coppens en Guy Vloebergh op zoek naar de ontwikkelingen in het ruimtelijk ordeningsbeleid die de verrommeling van het Vlaamse landschap in de hand hebben gewerkt.
Elke discipline heeft haar stokpaardje. Zo ook de geografie en planologie, waarin je er niet aan ontkomt om op het belang van ruimtelijke omstandigheden te wijzen. Daarom nemen we studenten mee op excursie. En met dat perspectief lezen we sociologen en economen de les als die met al te generieke theorieën komen aanzetten. Door geografisch denken snappen we dat grenzen tussen landen sociaal geconstrueerd zijn, niet vanzelfsprekend. En onze geografische deformatie zorgt ervoor dat we graag kaarten maken, al eeuwen onze favoriete visualisatiemethode.