Van gedeelde ruimte naar ‘eigen’ ruimte

Vera Leferink

Moestuin beheerd door buurtbewoners. Bron: Vera Leferink

Van wie is het plein of het parkje aan het einde van de straat? Wie gebruikt het en wie voelt zich verantwoordelijk voor het beheer? De inrichting en het onderhoud van de openbare ruimte bepalen het gebruik van deze ruimten. Daarnaast zijn deze componenten van invloed op het eigenaarschapsgevoel over deze ruimten.

Mensen kunnen het gevoel hebben dat iets van hen is, zelfs als ze geen wettelijke rechten hebben – in dat geval is er sprake van juridisch eigendom. Eigenaarschapsgevoel is het gevoel van zeggenschap en verantwoordelijkheid dat omwonenden hebben over hun nabije woonomgeving. Denk bijvoorbeeld aan een groenstrook in de straat die eigendom is van de gemeente, maar wordt onderhouden door omwonenden.

Het gevoel van eigenaarschap kan ervoor zorgen dat mensen eigendommen, of ze er eigenaar van zijn of niet, als waardevoller beschouwen. Ze krijgen een groter verantwoordelijkheidsgevoel om ervoor te zorgen en zijn meer bereid om zich aan deze plek te wijden. Eigenaarschapsgevoel leidt tot meer betrokkenheid bij deze ruimte en kan de verbondenheid met de gemeenschap vergroten. Het eigenaarschapsgevoel over een plek is verbonden met ‘zich thuis voelen’ en buurt- en plaatsbinding. Je ontwikkelt immers een gevoel ergens eigenaar van te zijn als je je er thuis voelt en er het gevoel van controle over hebt. Gevoelens van psychologisch comfort, plezier en veiligheid staan hier voorop. Het versterkt de banden tussen buurtbewoners en stimuleert de betrokkenheid bij buurtactiviteiten en participatieprojecten van de gemeente. Daarnaast leidt het vooral tot meer tevredenheid en geluk bij bewoners.

Wat is bepalend voor eigenaarschapsgevoel?
Uit kwalitatief onderzoek in meerdere Europese steden is gebleken dat verschillende componenten het gevoel van eigenaarschap beïnvloeden. Deze zijn onder te verdelen in de fysieke inrichtingscomponent, de sociale of participatiecomponent en de onderhoudscomponent. Er bestaat een iteratief proces; een wisselwerking tussen het fysieke ontwerp van een ruimte, het onderhoud en het gebruik ervan en het gevoel van eigenaarschap.

De inrichting van een ruimte en het onderhoud ervan is enerzijds van invloed op het eigenaarschapsgevoel, omdat de inrichting en de staat van de ruimte bepalend zijn voor het gebruik en de beleving van die ruimte. Als een groenstrook in de straat een verzorgde uitstraling heeft, wordt er eerder gebruik van gemaakt. Wanneer deze ruimte beschikt over bijvoorbeeld zit- en speelgelegenheid heeft dit een positieve impact op de beleving van de ruimte en is de kans op ontwikkeling van het eigenaarschapsgevoel groter. Anderzijds is het gevoel van eigenaarschap weer van invloed op de groenstrook, omdat gebruikers een band met de ruimte ervaren, ze zich er prettig voelen en zich de ruimte eigen willen maken. Doordat de ruimte als ‘eigen’ wordt beschouwd, is de kans groter dat ze zich willen binden aan deze ruimte, inclusief het onderhoud ervan.

Sociale context en actieve participatie

Het eigenaarschapsgevoel ontstaat mede door actieve participatie of betrokkenheid van bewoners bij plekken. Participatie en een zelfsturend klimaat in ruimtelijke besluitvorming dragen bij aan regie en daarmee aan het gevoel van eigenaarschap. Mensen voelen zich meer betrokken bij een plek omdat de autoriteit wordt gedeeld. Dat kan door bewoners te helpen om een plek, of elementen daarin, te creëren die hun tijd en energie vragen, waarbij ze de ruimte ook een persoonlijke tint kunnen geven; als iets waarin ze zichzelf herkennen waardoor de ruimte persoonlijker wordt en meer als thuis voelt.

Het belangrijkste onderdeel bij deze component is om eerst in te zetten op de sociale context in de buurt en rondom de betreffende openbare ruimte. Hieronder valt onderzoek uitvoeren naar de samenstelling van de wijk, bijvoorbeeld de demografische kenmerken van bewoners en de verhouding tussen koop- en huurwoningen. Op basis van deze gegevens kan een participatietraject worden opgestart, als één van de eerste stappen van een (her)inrichtings- of onderhoudstraject. Als hier weinig tot geen aandacht aan is besteed, heeft dat een negatieve invloed op de betrokkenheid van mensen bij de ruimte en het gevoel van eigenaarschap.

Ten eerste behoort de buurt op gepaste wijze te worden geïnformeerd over de gebiedsontwikkeling. Voor de ene buurt is flyeren voldoende. Voor de andere buurt is het effectiever om mensen persoonlijk aan te spreken of op de betreffende locatie te staan en mensen te informeren. Daarnaast is het huidige gebruik van de ruimte van belang. Hoe wordt de ruimte gebruikt en door wie? Door dit vervolgens te bespreken met de gebruikers en omwonenden van de ruimte kan achterhaald worden wat de ruimte voor hen betekent. Door te zoeken naar zogeheten informele leiders in de buurt, kan op een laagdrempelige manier contact worden gelegd met de bewoners. Informele leiders zijn actief in de buurt, weten wat er speelt en hebben een informeel netwerk. Met deze mensen kan, indien aanwezig, een kerngroep worden opgericht met mensen die zich willen inzetten voor de betreffende plek en willen dienen als vertegenwoordigers voor de rest van de buurt. Een dergelijke kerngroep functioneert in elke buurt anders. Sommige kerngroepen hebben meer ondersteuning nodig, bijvoorbeeld bij het regelen van zaken, de communicatie met de gemeente of het betrekken van de buurt. Zo kunnen opbouwwerkers, maatschappelijk werkers en stichtingen bewoners ondersteunen bij initiatieven en hulp bieden aan kerngroepen.

Bij de start van (her)ontwikkelingsprocessen kan de aanwezigheid van een ontwerper een groot verschil maken. Ontwerpers of adviseurs ruimtelijke ontwikkeling beschikken over ruimtelijk inzicht en een mate van creativiteit waardoor zij in staat zijn bewonersbelangen te vertalen naar elementen in het fysieke ontwerp.

De tevredenheid van elke bewoner kan nooit worden gegarandeerd, maar het is belangrijk om bewoners het gevoel te geven dat ze gehoord worden en dat gezag gedeeld wordt. Dit gebeurt door naar elke bewoner te luisteren, de taal aan te passen aan de doelgroep en bewoners gedurende het hele proces op de hoogte te houden van ontwikkelingen en waarom bepaalde keuzes worden gemaakt.

Fysiek ontwerp

Elk omgevingsontwerp zal, bedoeld of onbedoeld, het gedrag van mensen en hoe ze de ruimte ervaren beïnvloeden. Maar alleen als mensen een ruimte gebruiken en zich er prettig in voelen, ontstaat het gevoel van eigenaarschap. Dit wordt onder andere bepaald door de aantrekkelijkheid, toegankelijkheid, openheid en maakbaarheid van een ruimte. Kenmerken als visueel aangename gebouwen, zoals monumentale panden, en de aanwezigheid van groen zijn positief van invloed op de beleving. Een eenvoudig te betreden ruimte die goed zichtbaar is van buitenaf maakt de ruimte toegankelijk en open. Maakbaarheid houdt in dat mensen zelf invloed hebben op de inrichting, bijvoorbeeld in de vorm van een moestuin of speeltuin waar kinderen bouwwerken kunnen maken.

Gevoelens van eigenaarschap worden vergroot als een plek ruimte biedt voor meerdere (tijdelijke) activiteiten en voor gebruikers van verschillende leeftijden. Dit is mogelijk door balans aan te brengen tussen open ruimte en ruimte met elementen. Dit zorgt voor variatie in gebruik en gevoel. Gebruiksdiversiteit wordt ook gestimuleerd door de locatie op te delen in kleinere ruimtes met ieder een eigen uitstraling en functie of gebruik, bijvoorbeeld plekken om samen of alleen te zitten en diverse speelmogelijkheden. Variatie in zitplaatsen en uitzicht op groen of activiteit stimuleren de binding met een ruimte. Binding wordt ook vergroot door variatie in speelmogelijkheden. Afwisseling in standaard speeltoestellen en natuurlijke speelelementen hebben een positieve invloed op kinderen, maar ook op de beleving van volwassenen. Ook variatie in beplanting, zoals in soort, kleur en hoogte, heeft een positief effect op de beleving van de ruimte. Lage beplanting aan de randen zorgt voor zichtbaarheid op het terrein, terwijl hoge beplanting resulteert in speelse en beschutte plekken. Het integreren van beplanting met speelmogelijkheden en zitgelegenheid heeft een positieve invloed op het gebruik. Door ervoor te zorgen dat een ruimte op verschillende manieren gebruikt kan worden, kunnen gebruikers zich de ruimte tijdelijk en spontaan toe-eigenen. Kinderen doen dit bijvoorbeeld door samen op een grasveld te voetballen en jongeren door te picknicken aan een tafel.

Speelplek in de buurt. Bron: Vera Leferink

Onderhoud

Hiervoor is al toegelicht waarom het onderhoud van een openbare ruimte belangrijk is voor het eigenaarschapsgevoel. Kwalitatief onderhoud van de openbare ruimte draagt bij aan een comfortabele en prettige woonomgeving. Onderhoud is vaak een taak van de gemeente, maar ook bewoners kunnen (mede)verantwoordelijkheid nemen voor het onderhoud. Wanneer mensen zich gehoord voelen tijdens de processen van gebiedsontwikkeling en zich prettig voelen in een ruimte, is de kans tot betrokkenheid bij die ruimte groter. Deze betrokkenheid is een teken van eigenaarschap en kan dit gevoel versterken doordat bewoners (samen)werken in de ruimte.

Tijdens zowel aanleg als onderhoud is het belangrijk samen met omwonenden besluiten te nemen over het soort beplanting. Vooral als bewoners het zelf gaan onderhouden. Beplanting met zo min mogelijk groenafval heeft een positieve invloed op de beleving van de ruimte en maakt het zelf- of medebeheer minder intensief. Bij onderhoud door de gemeente moet gekeken worden naar de kwaliteit en het onderhoudsniveau per wijk. Onderhoudsbeurten kunnen worden afgestemd op het gebruik en de staat.

Ook bij zelf- of medebeheer door bewoners is het belangrijk om informele leiders of een soort kerngroep van de wijk te hebben. Zij sturen de rest van de bewoners in onderhoud, zodat er een zekere mate van organisatie is. Opbouwwerkers en organisaties die bewonersinitiatieven ondersteunen, kunnen hulp bieden aan deze kerngroepen en op de achtergrond de betreffende ruimte in de gaten houden. De kerngroep kan momenten voor onderhoud organiseren en plannen voor en met buurtbewoners. Hierbij is vrijblijvende deelname belangrijk, zodat het geen verplichting wordt. Bij verplichtingen bestaat een grotere kans dat mensen afzien van medeverantwoordelijkheid.

Eigenaarschap bij een buurttuin. Bron: Vera Leferink

Het belang van maatschappelijke processen

Hoewel er meerdere elementen in het fysieke ontwerp en onderhoud zijn die bijdragen aan het eigenaarschapsgevoel, blijken met name maatschappelijke processen bij (her)ontwikkeling en onderhoud een grotere invloed te hebben. Daadwerkelijke betrokkenheid, gehoord voelen en communicatie staan daarbij voorop. Het fysieke ontwerp vormt een voorwaarde voor het ontwikkelen van eigenaarschap, waarbij elementen in de ruimte aanleiding geven tot activiteiten die eigenaarschapsgevoel creëren. Er kunnen aanpassingen worden gedaan aan het fysieke ontwerp en de manier van onderhoud, maar het ontwikkelingsproces en betrokkenheid van bewoners zijn uiteindelijk het belangrijkst. Sociale interacties kunnen gevoelens van verbondenheid en vertrouwdheid creëren en zijn zo van invloed op binding met een plaats en gemeenschap.

Dit artikel is geschreven door Vera Leferink. Het artikel is gebaseerd op de uitkomsten van haar scriptie, geschreven in 2022 voor de Master Human Geography aan de Universiteit Utrecht. Vera is nu werkzaam bij Neuf Est in Deventer, een interim management- en adviesbureau op het gebied van ruimtelijke ordering. Ze is te bereiken via veraleferink@live.nl