PlanDag 2023: Nooit of nu?

Jef Van den Driessche

Sfeerimpressie PlanDag 2023. Bron: auteur

Op 22 juni 2023 was AGORA naar jaarlijkse traditie aanwezig bij de PlanDag, ditmaal georganiseerd in het Debatpodium Arminius te Rotterdam. De PlanDag biedt een forum voor dialoog en debat over de ontwikkelingen in het vakgebied van ruimtelijke professionals uit Nederland en België. Het thema luidde dit jaar ‘Nooit of nu’.

De organisatie wou met dit thema op zoek gaan naar mogelijkheden voor regimeverandering binnen het ruimtelijk domein. De wereld lijkt immers sneller dan ooit te veranderen, maar het hedendaagse ruimtelijke beleid is tegelijk nog al te vaak gebaseerd op (ver)oude(rde) visies, plannen en concepten. In deze decade of action is het cruciaal om duurzame en toekomstgerichte oplossingen te vinden voor de grote uitdagingen die onze wereld teisteren.

In het ochtendprogramma lag de focus op het thema ’van transitie aanpak naar systeemverandering’. De centrale stelling was dat we met de schaarse ruimte die ons nog rest niet langer kunnen blijven werken aan afzonderlijke transities met elk hun eigen (ver)nieuw(d)e ruimtelijke claims, maar er gebouwd moet aan een nieuw geïntegreerd systeem. De stelling werd kracht bijgezet door presentaties van prof. Vincent Marchau (Radboud Universiteit), Marije ten Kate (Gemeente Rotterdam) en Koen Wynants (Common Labs, Antwerpen). De presentaties bleken  een goede mix bleek tussen theorie en praktijk. ER werd in de eerste plaats benadrukt dat we op weg naar systeemveranderingen moeten durven falen. Het is een proces van trial and error, waarbij we moeten leren uit fouten.

In de namiddag waren er meerdere parallelsessies met een diversiteit aan onderwerpen. Deze vielen onder de noemers ‘mensen meenemen’, ‘ruimte en energie koppelen’, ‘aanpakken vanuit systeemanalyse’, ‘verbeelden’, ‘private middelen aanwenden’, ‘het regime veranderen’ en ‘persoonlijk versus kunstmatig bevragen’. In deze themasessies werden de ingezonden papers, opinies en praktijkbijdragen besproken.

In de namiddagsessie ‘ruimte en energie koppelen’ werden methodes voor strategische energieplanning besproken. De integratie van warmteplanning (een plan om de energievoorziening voor warmte te verduurzamen) in lokaal ruimtelijk beleid werd geïllustreerd aan de hand van het transitiepad van Mechelen. We namen hiervan mee dat de warmtetransitie mede-sturend zou moeten zijn voor het ruimtelijk beleid. Bottom-up co-creatieprocessen kunnen erg leerrijk zijn, wanneer de succesfactoren ook input kunnen leveren aan hoger beleid. Regelgeving en voldoende technische en financiële middelen zijn noodzakelijk voor steden en gemeenten om een regierol te kunnen opnemen in warmteplanning. Tegelijk werd tijdens de discussie duidelijk dat de energiesector en de ruimtelijke planning elkaar nog onvoldoende weten te vinden. Een simultane ontwerpmethode kan strategische energieplanning in de praktijk brengen.

Als jonge professional in de ruimtelijke sector was de PlanDag een ideale gelegenheid om kennis te maken met collega’s en ruimtelijke contexten uit het binnen- en buitenland. Over de grens kijken helpt steeds om de horizon te verruimen en stil te staan bij hoe het ook anders kan. Dit was dan ook één van de voornaamste troeven van de PlanDag. De unieke locatie in de remonstrantse Arminiuskerk leende zich uitstekend om met de vijftigtal aanwezigen te bezinnen over de toekomst van onze ruimte en de nood aan systemische veranderingen. De setting inspireerde ook tot het aanhalen van meerdere treffende gezegdes. Werd er namelijk niet een beetje gepreekt voor eigen kerk? Is het merendeel van de ruimtelijke professionals namelijk niet al lang overtuigd van de nood aan systemische veranderingen, maar ontbreekt het ons allen niet eerder aan daadkracht, politieke invloed en draagvlak bij de ruimere bevolking? Slagen wij ruimtelijke professionals er gewoonweg niet in om buiten ons vakgebied te stappen en anderen te overtuigen van de urgentie van de transities?  Doorheen de sessies werden vaak meer vragen dan antwoorden gesteld. Deze kritische houding is absoluut op zijn plaats. De enige zekerheid is onzekerheid en we moeten durven falen, maar dit bracht ongewild ook iets van een defaitistisch gevoel teweeg. Zijn de uitdagingen waar we voor staan immers nog behapbaar, en weet iemand überhaupt nog  hoe we deze werkelijk kunnen aanpakken? Hoe kan men in praktijk geïntegreerd en participatief te werk gaan, wanneer bevoegdheden en expertises nog steeds erg verzuild en gefragmenteerd zijn en publieke inspraak de vooruitgang in ruimtelijke processen soms door een gebrek aan kennis of kortetermijndenken eerder hindert dan bevordert? De vinger werd alleszins op de zere wonden gelegd.

Het thema ’nooit of nu’ bleek dan ook – uiteraard – een retorische vraag, met nu als enige juiste antwoord voor het in gang zetten van systemische veranderingen. Waar wachten we op? God(ot) is toch dood?

Jef Van den Driessche (jef.vandendriessche@vlaanderen.be) is gebiedsmedewerker in de Denderstreek bij het Departement Omgeving van de Vlaamse overheid. Hij schrijft deze bijdrage uit eigen naam, als redacteur van AGORA Magazine.