De verweven openbare ruimte

Edward Huijbens

Een tekening van Festival Square, Edinburgh. (Bron: E. Huijbens, 2006: Void Spaces, PhD thesis Durham University, England, p. 17. Artist: Jón Jens)

We zien de materiële omgeving vaak als vanzelfsprekend. We zien haar als een statisch kader voor onze ambities en activiteiten, een scène waarop ons leven zich ontvouwt. Maar, een bezoek aan een museum of een blik op oude foto’s onthult al snel dat de omgeving rondom ons verandert. Dit weten we uiteraard allemaal. Maar een fundamentele vraag is: hoe kunnen we eigenlijk vatten dat ons leven zich ontvouwt op en naast een voortdurend veranderend decor?

Elke plaats wordt gemaakt en in stand gehouden door onze dagelijkse handelingen en aanwezigheid. De bouwstenen van een plaats vormen fundamentele structuren en bepalen hoe we door de ruimte navigeren en er gebruik van maken. Een plaats beïnvloedt dus onze handelingen, maar onze handelingen zijn ook veranderlijk en aanpasbaar door keuzes die we maken. De compositie van een bepaalde plaats is namelijk een kwestie van keuzes en is dus ook veranderlijk. Die compositie is specifiek het resultaat van een reeks afwegingen, sommige expliciet en bewust, andere vanuit het leerproces van het creëren met en handelen naar de bouwstenen die we voorhanden hebben. Die reeks keuzes leidt dan tot de creatie van een specifieke plaats of ruimte. We moeten ons bewust zijn van de rol van die keuzes om in te zien dat alles een kwestie van tijd is.

Tijd is namelijk de onmisbare vierde dimensie naast de drie ruimtelijke dimensies. Toch blijven we door onze beperkte waarnemingscapaciteit vaak gevangen in drie dimensies. Stel je voor dat je de coördinaten van de vierde dimensie zou kunnen verschuiven zoals je dat met de andere drie kunt – van het verleden, via het heden, naar de toekomst? Alle dingen en wijzelf zouden veranderen en vervormen terwijl je de tijdsbalk verschuift. Zo’n gedachteoefening wekt de illusie dat tijd lineair is. Maar dat is slechts een illusie. Absolute tijd is fundamenteel onbereikbaar en betekenisloos. In werkelijkheid beweegt de tijd cyclisch door ons en de omgeving.

Wij als mens zijn gemaakt om gemiddeld 85 jaar stand te houden, maar daarna vallen we uiteen en beginnen er andere cycli: die van lucht, aarde en water. In miljoenen jaren erodeert een berg tot een zandstrand, dat op zijn beurt door de platentektoniek weer wordt opgestuwd tot berg. Ook de straatstenen van onze openbare ruimte hebben slechts een bepaalde levensduur voordat ze weer fijne deeltjes worden die in onze longen kunnen neerslaan en daarmee bijdragen aan de afbraak van onze levenscyclus. In principe is alles om ons heen op weg om iets anders te worden, om zich aan te sluiten bij grotere of kleinere materiële cycli over kortere of langere tijdspannen. In lineaire tijd is een straatsteen gewoon een simpele baksteen, totdat hij een soort baksteen-nirvana bereikt, een staat van perfectie als straatsteen. In cyclische tijd maakt de steen deel uit van al het andere en versmelt hij met grote en kleine cycli op verschillende tijdschalen.

Deze cycli, lang en kort, groot en klein, prikkelen de zintuigen verder dan metafysische speculatie over perfectie. Een plaats die gekarakteriseerd wordt door dergelijke cycli is een pulserend ervaringsveld dat ons zelfs in zijn ogenschijnlijke stilte kan raken. Het is geen ruimte, maar een ruimtelijke wijze, die altijd tijdelijk is, één waarmee we nauw verbonden zijn.

Een plaats zien als iets cyclisch waarmee we verbonden zijn, vereist een verandering van perspectief en flexibiliteit van geest. Stel je voor dat de ruimte om je heen een kolkende, pulserende massa is van cyclische banen. Sommige cycli zijn dan voor langere of kortere tijd gestold in wat we nu bijvoorbeeld ‘openbare ruimte’ noemen.

Ruimte op deze manier bekijken stelt ons in staat het materiële te begrijpen in termen van zijn potentieel in plaats van te discussiëren over wat de ruimte eigenlijk is. De ruimte zelf wordt voortdurend door gestolde cycli vormgegeven, het vluchtig voorbijwandelen van een persoon is hier slechts één voorbeeld van. Alles maakt deel uit van cycli, materiële cycli, luchtcycli, dagelijkse werkritmes en de levensduur van infrastructuur. Deze verweven cycli vormen zowel onszelf en ons leven, net zoals wij de ruimte vormgeven. Met dit inzicht in de openbare ruimte krijgt alles wat we doen en zien eindelijk betekenis.

Edward Huijbens is hoogleraar in culturele geografie aan Wageningen University & Researchers