De integratie-paradox in internationaal voetbal

Gijs Van Campenhout

Controverse over duale nationaliteit in het internationale voetbal (Bron: Unsplash)

I am German when we win, but I am an immigrant when we lose’. Het zijn deze woorden van Mesut Özil die het hoogtepunt van een politieke en maatschappelijke controverse in Duitsland over (duale) nationaliteit en nationale verbondenheid markeren. Een controverse met de Duits-Turkse Özil als kop van Jut.

Wie is Mesut Özil en waarom werd hij het middelpunt van een politieke en maatschappelijke controverse in Duitsland? Mesut Özil is geboren, opgegroeid en geschoold in de Duitse stad Gelsenkirchen. Als kind van tweede generatie Turkse immigranten in Duitsland heeft hij, door een combinatie van zijn geboorteplaats en familiegeschiedenis, formeel recht op twee nationaliteiten: de Duitse en de Turkse. Mede doordat Özil is grootgebracht in een Turks immigrantengezin waarbinnen de Islam een belangrijke rol speelt, is hij praktiserend Moslim. Özil blijkt een talentvol voetballer en speelt gedurende zijn professionele loopbaan voor clubs als Schalke 04 (Duitsland), Werder Bremen (Duitsland), Real Madrid CF (Spanje), Arsenal FC (Engeland) en Fenerbahçe (Turkije). Bovendien was Özil tien jaar lang – tussen 2009 en 2018 – een belangrijke speler in het Duitse nationale elftal; hij vertegenwoordigde het land 92 maal.

Dat Mesut Özil in het internationale voetbal voor Duitsland is uitgekomen is echter niet zo vanzelfsprekend als het in eerste instantie wellicht lijkt. Om de controverse rondom Özil  beter te begrijpen dienen we stil te staan bij de vraag ‘wie mag een land vertegenwoordigen in het internationale voetbal?’. Voor een antwoord op deze vraag moeten we de formele regelgeving rondom spelersgeschiktheid in het internationale voetbal, zoals opgesteld door de Fédération Internationale de Football Association (FIFA), tegen het licht houden.

Vertegenwoordiging in het internationale voetbal
De regels voor het reguleren van internationale sportevenementen worden opgesteld door de transnationale sportorganisatie die het evenement organiseert. Zo stelt het Internationaal Olympisch Comité (IOC) de regels voor de Olympische Spelen op en is de FIFA verantwoordelijk voor de regelgeving van de internationale voetbaltoernooien, waaronder het Wereldkampioenschap (WK) en het Europees kampioenschap (EK). Bij het bepalen van wie er in aanmerking komt om een land te vertegenwoordigen tijdens internationale sportevenementen steunt de regelgeving van de meeste transnationale sportorganisaties, de zogenaamde ‘spelergeschiktheidsregels’, in eerste instantie op de toewijzingsprocedures van de formelenationaliteit van verschillende staten. In het internationale voetbal betekent dit dat een speler in aanmerking komt om een land te vertegenwoordigen indien deze speler in het bezit is van de formelenationaliteit – het staatsburgerschap – van het desbetreffende land. De reden hiervoor is dat het bezitten van staatsburgerschap – materialistisch gemaakt als een paspoort – wordt gezien als een eenvoudige manier om vast te stellen dat er een verbondenheid bestaat tussen de betrokken atleet en het te vertegenwoordigen land. Dit is een veronderstelde relatie die ik in twijfel trek.

In moderne liberaal-democratische staten wordt formelenationaliteit bij de geboorte aan individuen overgedragen via verschillende toekenningsprincipes. Allereerst is er het jus soli, of het recht van de grond; formelenationaliteit wordt toegekend aan mensen die geboren zijn binnen het grondgebied waarover een staat zijn soevereiniteit uitoefent. Daarnaast gebeurt dit via het jus sanguinis, of het recht van het bloed; formelenationaliteit wordt aan individuen toegekend omdat een ouder of een voorouder recht had op het staatsburgerschap van de desbetreffende staat. Deze twee toekenningsprincipes van formelenationaliteit zijn gebaseerd op het dominante idee dat nationaliteit niet direct gelinkt is aan de plaats waar een individu woont en leeft, maar dat iemands nationaliteit ‘van nature’ gerelateerd is aan een geboorteplek of aan een familiegeschiedenis. Deze veronderstelde relaties leggen echter ook de ongelijkheid en oneerlijkheid van deze twee toekenningsprincipes bloot. Voor welke formele nationaliteit(en) je in aanmerking komt hangt dus vooral af van waar je bent geboren en binnen welke familie. Het verkrijgen van een formele nationaliteit wordt daarom ook wel beschouwd als een geboorteloterij.

Verschillende manieren om formele nationaliteit te verkrijgen (Bron: auteur)

De meeste landen in de wereld hebben de formelenationaliteit van hun land ook beschikbaar gemaakt voor mensen die er permanent willen verblijven. Dit doen zij in een morele afwijzing van dit geboortevoorrecht, en in pogingen om pragmatisch en strategisch om te gaan met de toenemende complexiteit en praktische aspecten van het hebben en toekennen van formelenationaliteit in de moderne tijd. Via staats-specifieke voorwaarden en naturalisatieprocessen, die kunnen veranderen doorheen de tijd, kunnen niet-staatsburgers in een land de formelenationaliteit van een land verkrijgen en daarmee  staatsburger worden. Hierbij zijn vooral het jus domicilii, of het recht van het huis, en het jus matrimonii, of het recht van het trouwen, vrij algemeen aanvaard. In toenemende mate zien we een meer strategisch-instrumentele benadering jegens het verkrijgen van formele nationaliteit. Dit wil zeggen dat nationale overheden hun formelenationaliteit toekennen aan specifieke migranten die een waardevolle bijdrage (kunnen) leveren aan de samenleving, bijvoorbeeld vanwege een uniek talent dat ze bezitten – zoals bepaalde voetbalkwaliteiten – of door geldelijke transacties ten goede aan de economische ontwikkelingen in een land. Voor getalenteerde individuen, zoals profvoetballers, geldt dat ze vanwege hun uitzonderlijke (voetbal)kwaliteiten in aanmerking kunnen komen voor de formelenationaliteit van een land aanvullend op, of ter vervanging van, dat van hun geboorteland of dat van hun familie – het zogenaamde jus talentii

Het is van belang om te benadrukken dat de spelergeschiktheidsregels van de FIFA, net als de internationale sportregels van andere transnationale sportfederaties zoals het IOC, niet proberen te interfereren met de manieren waarop nationale overheden vorm geven aan hun wetgeving rondom het verkrijgen van de formelenationaliteit van het land. FIFA erkent het onbetwistbare recht van landen om hun eigen regelgeving te bepalen met betrekking tot formelenationaliteit, en reguleert de ‘voetbalnationaliteit’ van nationale vertegenwoordigers binnen de kaders van het internationale voetbal. Voor voetballers betekent dit in de praktijk dat ze het paspoort van het land dat ze op het veld vertegenwoordigen dienen te bezitten, maar dat het niet uitmaakt hoe ze dat hebben verkregen. Voetballers met een duale nationaliteit kunnen daarmee in principe kiezen welk van de landen, waarvan ze de formelenationaliteit bezitten, ze willen vertegenwoordigen in het internationale voetbal.

Duits modelminderheid
Even terug naar Mesut Özil. Op basis van zijn geboorteland en zijn familiegeschiedenis heeft Özil formeel gezien een duale nationaliteit; de Duitse en de Turkse. Volgens de geschiktheidsregels van de FIFA kwam hij daarmee in aanmerking om zowel Duitsland als Turkije te vertegenwoordigen in het internationale voetbal. Het internationale voetbal, alsook de Duitse wet, staat echter niet toe dat een volwassene meer dan één formele nationaliteit bezit. Door zijn uitzonderlijk voetbaltalent wekte Özil al vroegtijdig de interesse van zowel de Duitse als de Turkse voetbalbond, waardoor hij al op zeventienjarige leeftijd de keuze moest maken welk van de twee landen hij zou gaan vertegenwoordigen in het internationale voetbal. Een lastige keuze voor de toen 17-jarige Özil, te meer omdat hij zichzelf ziet als een mengsel vanzijn twee culturen: ‘Whilst I grew up in Germany, my family background has its roots firmly based in Turkey. I have two hearts, one German and one Turkish’.

Na lang overleg met zijn familieleden, waarin Özils gevoelens voor beide landen ter sprake kwam, koos hij voor Duitsland. Om dit praktisch mogelijk te maken moest Özil, met pijn in zijn hart en in dat van zijn ouders, afstand doen van zijn Turkse formelenationaliteit. Waar voor een deel van de buitenwereld het inleveren van zijn Turkse paspoort werd gezien als een uiting van het afstand nemen van Turkije, veranderde er voor Özil niets in zijn moreleverbondenheid met Turkije. Zijn keuze voor het Duitse elftal, en daarmee voor de Duitse formelenationaliteit, was voor hem een praktische formaliteit waartoe hij werd gedwongen door de Duitse wet en de FIFA aangezien beiden maar één sportnationaliteit toestaan. Hierover zei hij: ‘It was not an explicit rejection of Turkey. Just because I’d chosen to play for Germany didn’t mean that Turkey wasn’t close to my heart. I wasn’t shutting myself off from Turkey and its people’. 

Na zijn besluit om Duitsland te vertegenwoordigen in het internationale voetbal, is Özil meerdere malen in de Duitse pers geprezen als het voorbeeld van geslaagde integratie in Duitsland; hij werd zelfs gezien als Duitse modelminderheid. Zijn nieuw verworven, en politiek geladen, status als modelminderheid werd in 2010 benadrukt toen hij een Bambi Award, een Duitse mediaprijs, won in de categorie ‘Integratie’. Özils publieke status als modelminderheid werd daarnaast ook bevestigd door het feit dat hij tussen 2011 en 2016 vijfmaal tot Duits voetballer van het jaar is verkozen door het Duitse publiek.

Van Duitse Bambi naar Turkse grijze wolf
Het publieke imago van Mesut Özil verandert echter radicaal op 13 mei 2018, vlak voor de start van het WK voetbal in Rusland. De aanleiding is een ontmoeting die Özil samen met zijn Duits-Turkse teamgenoot Ilkay Gündogan –  de huidige aanvoerder van het Duitse nationale elftal – heeft met de Turkse president Recep Tayyip Erdoğan. Foto’s van deze ontmoeting, waarop Özil, Gündogan en Erdoğan gezamenlijk poseren, worden breed gedeeld in de Duitse media. Dit publieke optreden van Özil – wat op zichzelf als politiek onhandig kan worden gezien vanwege Erdoğan’s antiwesterse en autocratische leiderschap – leidde in Duitsland tot een politiek en maatschappelijk debat over duale nationaliteit en nationale verbondenheid, vooral van Duitsers met een Turkse migratieachtergrond. Waar een deel van de Duitse bevolking Özils ontmoeting met de Turkse president ziet als een steunbetuiging aan Erdoğan en zijn politieke regime, reageerde Özil op de controverse door te zeggen dat de ontmoeting voor hem slechts een betuiging van respect was aan het hoogste ambt van het land van zijn familie. Toen Duitsland als uittredend wereldkampioen al in de groepsfase werd uitgeschakeld op het WK van 2018, werd Özil de zondebok voor het teleurstellende resultaat van Die Mannschaft, het Duitse voetbalteam. De samenloop van deze gebeurtenissen deed Özils publieke imago omslaan van een Duitse Bambi naar een Turkse grijze wolf.

Een belangrijke rol in de statusverandering van Özil is weggelegd voor de Duitse media. Het waren namelijk verschillende Duitse media die, vlak na de uitschakeling van Die Mannschaft op het WK van 2018, vraagtekens plaatsten bij Özils morelenationaliteit; zijn verbondenheid met Duitsland en de Duitse natie. Daarbij grepen de Duitse media onder meer terug op zijn ontmoeting met Erdoğan voorafgaand aan het desbetreffende WK. Zo zijn er herhaaldelijk stukken gepubliceerd die (al dan niet impliciet) Özils culturele verbondenheid met Turkije aanhaalden, veelal in termen van loyaliteit en trots, en daarmee Özil wegzettend als ‘niet-echt-Duits’. De Duitse media bekritiseerden dus niet alleen de voetbalprestaties van Özil of de (tegenvallende) prestaties van het Duitse nationale team. Hun kritiek was vaak (impliciet) gericht op Özils Turkse afkomst en zijn anders dan de Duitse norm zijnde culturele opvoeding. Door deze framing werd Özil, net als vele andere Duitsers met een Turkse migratieachtergrond, geportretteerd als de ‘Ander’ binnen de Duitse samenleving. Doordat de kritiek vanuit de Duitse media zich in toenemende mate richtte op persoonlijke, niet voetbal gerelateerde zaken, overschreden ze voor Özil zijn privacygrens. Hij vond dat kritiek hebben op zijn prestaties als voetballer mag, maar hem aanvallen op zijn affiniteit met Turkije en de Turkse natie ging hem te ver. De berichtgevingen en de veranderende publieke opinie in Duitsland gaven Özil het gevoel dat hij niet langer volledig Duitser was. Vanuit een moreeloogpunt kan gesteld worden dat, alhoewel Özil formeelgezien nog steeds Duitser is, hij zijn moreleDuitse nationaliteit hier deels verloor.  

Mesut Özil in actie als nationaal vertegenwoordiger van Duitsland  (Bron)

Hoewel iemands formeleen morelenationaliteit in de praktijk onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden – aangezien elke formeleopvatting over nationaliteit een moreelaspect bezit – gaat het bij iemands morelenationaliteit om het behoren tot een samenleving. De acceptatie dat iemand volwaardig onderdeel is van een samenleving geschiedt op basis van veelal onzichtbare idealen die heersen in de desbetreffende samenleving; idealen die tamelijk homogeen en historisch verankerd zijn. Het ‘horen bij een samenleving’ is in de praktijk vaak gerelateerd aan het bezitten en uitdragen van bepaalde alledaagse en daardoor banale kenmerken die (de dominante groep binnen) een samenleving karakteriseren. Voorbeelden zijn een overeenkomst in nationaliteit, etniciteit, geslacht, sociale klasse, religie, uiterlijke fysiek en culturele affiniteit. Voor mensen met een migratieachtergrond is het behoren tot een samenleving een dagelijkse machtsstrijd met de alledaagse kenmerken van een samenleving, aangezien zij continu aan de heersende idealen van een samenleving dienen te voldoen – ook als dit onmogelijk is. Deze machtsstrijd maakt morelenationaliteit inherent conditioneel en temporair, zeker voor mensen met een migratieachtergrond.

Nationale vertegenwoordigers in internationale sport met een migratieachtergrond, zoals Özil, lijken een extra bewijslast te moeten dragen: zij moeten voortdurend aan de dominante groep in de samenleving bewijzen dat zij ontegenzeggelijk behoren tot de samenleving waarvoor zij op het sportveld strijden. Dit is iets wat spelers zonder migratieachtergrond nooit hoeven te doen. In zijn afscheidsbrief van het Duitse nationale elftal verwijst Özil expliciet naar een aantal persoonlijke ervaringen met deze dagelijkse machtsstrijd: ’I am still not accepted into society’ en ‘I am treated as being ‘different’’. Het heeft er alle schijn van dat Özils moreleDuitse nationaliteit in toenemende mate wordt beoordeeld, of zelfs veroordeeld, op niet-voetbal gerelateerde kenmerken. Denk aan het feit dat hij praktiserend Moslim is, zijn vermogen om andere talen dan enkel Duits te spreken en zijn Turkse uiterlijk. Beoordeeld worden op dit laatste kenmerk is overigens puur racisme. Zelf begrijpt Özil de radicale omslag van zijn morelenationaliteit niet: ‘I was born and educated in Germany, so why don’t people accept that I am German?’.

De toekomst van het internationale voetbal
De pijnlijke breuk tussen Mesut Özil en het Duitse nationale voetbalteam kan gezien worden als een weerspiegeling van het conditionele en temporaire karakter van morelenationaliteit. De afscheidsbrief van Özil is het gevolg van de controverse over zijn ontmoeting met de Turkse president Erdoğan en de vroegtijdige uitschakeling van Die Mannschaft op het WK van 2018. Daarmee is deze symbool voor de fragiliteit van het behoren tot een multiculturele samenleving voor mensen met een migratieachtergrond. In Duitsland staat de morelenationaliteit van Turkse Duitsers al jaren onder druk, onder meer door de negatieve perceptie van en dito opvattingen over Turkse immigranten die heersen in de Duitse samenleving. Al sinds de jaren zeventig wordt de Turkse gemeenschap in Duitsland steevast negatief in beeld gebracht, als zijnde een probleemgroep in de Duitse samenleving, in het publieke debat, in de media en in de nationale politiek. Dit wordt onder meer gedaan door het gebruik van dichotomieën waardoor de Duitse samenleving in tweeën wordt gesplitst en ‘de Ander’ wordt gecreëerd: een ‘wij versus zij’ en ‘hier tegen daar’. Dit stigma heeft Duitse burgers met een Turkse migratieachtergrond geconfronteerd met achterstanden op allerlei vlakken binnen de Duitse samenleving.

Het mag geen verrassing zijn dat Mesut Özil niet de enige voetbalinternational, of andere professionele atleet, met een migratieachtergrond is wiens doen en laten – zowel binnen als buiten de sport – publiekelijk onder een vergrootglas ligt. Discussies over of een voetballer, dan wel atleet, met een migratieachtergrond het moreel verdient om een land te vertegenwoordigen floreren in de huidige tijdsgeest. Gelijksoortige controverses en publieke waardeoordelen over de geschiktheid van een speler om ‘zijn’ land te vertegenwoordigen in internationale sportwedstrijden, veelal geframed in termen van loyaliteit aan de (voetbal)natie en nationale trots, duiken ook op in andere Europese landen. Zo is de discussie rondom de diversiteit binnen het nationale voetbalelftal van Frankrijk bijna vaste prik rondom WK’s en EK’s; zelfs in de nasleep van de door Frankrijk gewonnen WK’s in 1998 en 2018. Deze controverses komen steevast voort uit het maatschappelijk en politiek debat over duale nationaliteit en nationale verbondenheid.

Het oordeel of iemand met een migratieachtergrond moreel gezien bij een samenleving hoort, lijkt steeds meer te worden gebaseerd op normatieve idealen van het ‘erbij horen’. In het geval van voetballers met een migratieachtergrond, zoals Özil, lijkt het vrij weinig te maken te hebben met hun voetbalkwaliteiten of hun formelenationaliteit, maar meer met of hun alledaagse uitingen die overeenkomen met de heersende idealen binnen een samenleving. Als gevolg hiervan lijkt de acceptatie en erkenning van mensen met een migratieachtergrond om daadwerkelijk tot een samenleving te behoren steeds meer te zijn gebaseerd op een complex, contextafhankelijk samenspel tussen verschillende normatieve, vaak onzichtbare, idealen binnen een samenleving. Dit maakt dat formelenationaliteit niet per se een voldoende voorwaarde is voor migranten, of zelfs de kinderen van migranten, om moreel, en zonder enige discussie, geaccepteerd te worden als onderdeel van een samenleving.

De controverse rondom Özil is een typisch voorbeeld van de integratie-paradox. Enerzijds worden spelers met een migratieachtergrond zoals Özil onderwerp van controversiële debatten over duale nationaliteit en nationale verbondenheid. Daarin worden zij vaak weggezet als niet volledig behorend tot de samenleving waarin ze leven en die ze vertegenwoordigen in de internationale sport. Aan de andere kant benadrukt hun aanwezigheid als nationale vertegenwoordigers in de internationale sport juist hun geslaagde integratie in de samenleving.  Of nationale vertegenwoordigers met een migratieachtergrond bij een samenleving horen lijkt echter vooral af te hangen van hun continue uitingen van de heersende idealen. Zolang de prestaties van vertegenwoordigers met een migratieachtergrond zowel op het veld als in de samenleving op of boven de verwachte normen van morelenationaliteit liggen, horen ze erbij; alleen als ‘wij’ winnen…

Gijs van Campenhout (g.vancampenhout@uu.nl) is Universitair Docent Geografie, Jeugd en Educatie bij de faculteit Geowetenschappen van de Universiteit Utrecht. Dit artikel is gebaseerd op zijn proefschrift ‘A Team of National Representatives? A History of the Football World Cup, c. 1930-2018’.