Ilias Vierendeels & Corneel Casier
In Niet alles maar veel begint bij luisteren beschrijft Dominique Willaert zijn poging om de Denderstreek in het zuiden van Oost-Vlaanderen te doorgronden. Deze regio staat in België willens nillens bekend als verwaarloosd en gepolariseerd gebied waarin de afgelopen decennia weinig overheidsinvesteringen plaatsvonden. Ook de snelle toename van vooral nieuwkomers uit Brussel met een Afrikaanse migratieachtergrond heeft geleid tot een sterke verschuiving naar rechts in de politieke opvattingen van veel inwoners.
De boektitel is meteen ook de methodologie: Willaert gaat in gesprek met zowel autochtone inwoners als nieuwkomers over hun levenservaringen, met nadruk op hun beleving van migratie, hun aanvoelen van de veranderingen in de streek en hun perspectief op de politiek. Deze gesprekken worden afgewisseld met achtergrond over de industrie die wegtrok uit de Denderstreek, de goedkope arbeiderswoningen, de aantrekkingskracht van Nederlandstalig (en voor sommige inwoners dus meertalig) onderwijs en de vlotte openbaarvervoerverbindingen naar Brussel. Willaert voorziet ook contextualiserende statistieken rond bijvoorbeeld de snelle ‘diversificatie van diversiteit’ in de streek sinds 2000, stijgende wachttijden voor sociale woningen bij álle inwoners (ongeacht hun origine), of de relatief hoge tewerkstellingsgraad van de actieve bevolking in de streek.
De selectiemethode voor geïnterviewden is wel enigszins ondoorzichtig. Vrijwel alle verhalen passen naadloos in het narratief dat het boek tracht over te brengen, namelijk het woord geven aan ‘de mensen van goede wil in de Denderstreek’ en laten zien dat ‘de inwoners nog iets gemeenschappelijks kunnen delen’. Er zijn echter verschillende groepen bewoners, rechtstreekse betrokkenen in sommige verhalen, die slechts indirect of helemaal niet gehoord worden, zoals lokale bestuurders, Vlaams Belang-mandatarissen, nationale politici, journalisten, jongeren in gespannen relatie met de ordediensten, huisjesmelkers of gezinnen met wie de taal- en cultuurkloof groot blijft.
Hoe dan ook is het grote voordeel van Willaerts aanpakdat de inwoners zelf uitgebreid aan het woord komen. De auteur schrijft sober en blijft veelal op de achtergrond. Yasmina Besseghir’s foto’s vatten al even sereen de diverse gezichten van de regio, zonder in clichés te vervallen. Woord en beeld zorgen er zo voor dat de Denderstreek eens niet van buitenaf geportretteerd wordt, maar vooral van binnenuit. Het boek geeft daarbij geen sluitende analyse van het gebied, maar wil vooral het oor te luisteren leggen en zo het aanwezige onbehagen schetsen. De oplettende lezer zou twee terugkerende sleutelelementen uit de gesprekken kunnen halen.
Ten eerste is er taal. Hierbij gaat het om het Nederlands als (slechts symbolische) emancipator, en ook om de tweesnijdende rol van accent en dialect in processen van in- en uitsluiting. Daarnaast is er ruime aandacht voor de opruiende taal van de radicaal-rechtse politiek, die erin slaagt een deel van de bevolking te doen kijken door hun denkkaders en discoursen. Tegelijk hekelen Willaerts gesprekspartners ook de crisistaal in de media, die de Denderstreek geregeld wegzet als achtergesteld probleemgebied.
Een tweede hoofdingrediënt van veel gesprekken is het belang van nabijheid. Heel wat volkshuizen en cafés, waar de traditionele politieke partijen voorheen sterk aanwezig waren, bestaan niet langer, en sommige zijn gerecupereerd door Vlaams Belang. Tegenover de traditionele politiek blijkt bijgevolg vooral een onverschillig ivoren toren-gevoel te leven. Naast de nood aan politieke nabijheid, speelt ook nabijheidop sociaal niveau. Het gevoel overheerst dat de dorpse plattelandssfeer van ‘ons-kent-ons’ de laatste decennia teloor is gegaan. Heel wat inwoners vragen een meer betrokken sociaal-ruimtelijk beleid, dat inzet op leefbaarheid van soms verwaarloosde wijken, plaats geeft aan jongeren en ook actief ontmoetingsplekken creëert. Zo kan luisteren gemakkelijker worden en integratie haar inherent wederzijdse karakter terugkrijgen.
Zodoende geeft de boektitel niet alleen informatie over de methodologie. Er zit ook een hoopvolle boodschap in: een van sociale hermeandering. Hoewel, of juist doordat, er veel complexiteit zit in het onbehagen van heel wat mensen, kunnen zogenaamde probleemgebieden ook de weg wijzen. Door inwoners frequenter samen te brengen, in plaats van af te serveren en op te jutten, kunnen ze weer natuurlijker gaan praten, en kunnen rigide vooroordelen plaats ruimen voor gemoedelijkere en begripvolle verdraagzaamheid.
Literatuurselectie
Willaert, D. (2023). Niet alles maar veel begint bij luisteren. Berchem (Antwerpen) – EPO
Corneel Casier (corneel.casier@ugent.be) is als doctoraatsonderzoeker verbonden aan de vakgroep Geografie van de Universiteit Gent, en is redacteur bij AGORA. Ilias Vierendeels (ilias.vierendeels@unamur.be) is onderwijsassistent aan de Universiteit Namen en doctoraatsonderzoeker taalpolitiek en meertaligheid aan het NaLTT Onderzoeksinstituut. De auteursvolgorde werd bepaald d.m.v. blad-steen-schaar.